Dojo Etiquette (1)

De Dojo etiquette is van groot belang. Dit kan eenvoudig
worden vertaald als de “Dojo manieren” of anders gezegd, hoe een karateka wordt
geacht zich in de Dojo te gedragen.
Sommige nieuwe leerlingen vinden het in het begin moeilijk om zich aan de Dojo
etiquette aan te passen. Wanneer men deel uit maakt van het Shorinjiryu
Kenkokan Karatedo wordt verwacht dat de regels strikt worden nageleefd. Als een
leerling niet in staat is om zich aan de regels aan te passen, zal het hem ook
niet lukken om een goede karateka te worden.
Hieronder volgen een aantal verantwoordelijkheden van een karatedoka (karatedo
leerling)

Verantwoordelijkheden:
1) Bij het naar binnen gaan van de Dojo wordt het begroetingsritueel gevolgd. Groet naar shomen (de voorzijde), groet de foto van Shinan Kori Hisataka, klap tweemaal in je handen en roep je eigen voornaam – om je aanwezigheid aan te kondigen – en zeg in het Japans “kimasta onegai-shimasu”
2) Bij het verlaten van de Dojo wordt het afscheidsritueel gevolgd.
Groet naar Shomen (de voorzijde), groet de foto van Shinan Kori Hisataka, klap tweemaal in je handen en roep je eigen voornaam – om je vertrek aan te kondigen – en zeg in het Japans “karimasu domo arigato-gozaimashita”;
3) Alle karateka’s moeten elkaar helpen en respecteren;
4) Wees op tijd aanwezig;
5) Karateka’s die te laat komen moeten bij de ingang van de dojo wachten;
·      begin zelfstandig met mediteren totdat de sensei 2x in zijn handen klapt;
·      ga daarna zelfstandig verder met de begroetings ceremonie;
·      begin zelfstandig met de opwarm oefeningen;
·      voeg je in bij de les;
6) Meld je van te voren af;
7) Alle karateka’s moeten tot het einde van de les blijven;
8) Diegene die vroegtijdig weg moet, moet dit voor het begin van de training aan de sensei
melden;
·      begin zelfstandig met mediteren totdat de sensei 2x in zijn handen klapt;
·      ga daarna zelfstandig verder met de begroetings ceremonie;
·      verlaat de dojo
9) Alle mudansha’s (karateka’s tòt zwarte band) spreken de Yudansha’s (karateka’s vanaf
zwarte band) aan met “sempai” (senior) of “sensei” (leraar);
10) Geen kauwgom of etenswaren nuttigen vlak voor het begin van de training (in verband
met verslikken);
11) Het karate gi (pak) en obi (band) moet schoon en netjes zijn. Als er onder de gi een T-shirt wordt gedragen moet dit wit van kleur zijn.
12) Voeten moeten voor het begin van de training gewassen worden;
13) Nagels van handen en voeten zijn kort geknipt;
14) Er worden geen sierraden gedragen (trouwring etc.);
15) Wees rustig in de dojo;
16) De laagste in rang moeten er voor zorgen dat de dojo schoon is;
17) Langzaam opwarmen in de dojo;
18) Wie een vraag wil stellen buigt voor de sensei of karateka;
19) Tijdens de training, het maakt niet uit hoe informeel, wordt de karateka altijd geacht
zijn respect te tonen aan de leraar en de mede leerlingen. Deze vorm van respect dient spontaan en eerlijk te zijn.